De Portofoon
Het was een druilerige zaterdagochtend toen Bram de oude doos op zolder vond. Stofwolken dansten in het schaarse licht dat door het kleine dakraam viel. Nieuwsgierig maakte hij de doos open en vond daarin een vergeeld instructieboekje, een paar roestige batterijen en… een portofoon. Niet zomaar een portofoon, maar eentje van zijn opa, die vroeger bij de haven werkte als havenmeester. Bram had er als kind weleens mee gespeeld, hoewel hij toen nooit echt iemand aan de andere kant hoorde.
Hij besloot het apparaat op te poetsen. Tot zijn verbazing werkte het nog toen hij er nieuwe batterijen in had gedaan. Met een krakend geluid kwam er ruis uit de speaker. “Test, test,” zei hij, niet verwachtend dat iemand zou antwoorden. Even bleef het stil, maar toen klonk plots een lage, heldere stem:
“Ontvangst, wie is daar?”
Bram schrok. Hij keek om zich heen, alsof iemand hem voor de gek hield. “Eh… ik ben Bram. Met wie spreek ik?” vroeg hij voorzichtig.
“Klaar voor rapport, Bram. We wachten op je bij pier 7.”
Pier 7… Dat was dezelfde pier waar zijn opa vroeger werkte. Maar die lag al jaren verlaten. Het klonk allemaal zo echt, dat Bram besloot erheen te gaan. Met de portofoon in zijn jaszak fietste hij door de regen naar de haven. De wind sneed langs zijn wangen, en het water sloeg tegen de kademuren. Toen hij bij pier 7 aankwam, zag hij alleen roestige kranen, kapotte pallets en meeuwen die krijsend rondvlogen.
Net toen hij dacht dat het allemaal een vreemde grap was, kraakte de portofoon opnieuw:
“Goed dat je bent gekomen. Kijk in de metalen kist rechts van je.”
Zijn hart bonsde. Hij liep langzaam naar de kist, opende het deksel – en vond daarin een vergeelde envelop met zijn naam erop, in het handschrift van zijn overleden opa. Zijn handen trilden toen hij de brief las. Het waren persoonlijke woorden, over familie, moed en de dromen die zijn opa nooit had kunnen waarmaken.
De stem op de portofoon sprak nog één keer: “Nu weet je wat je moet doen, Bram.” Daarna volgde alleen stilte en ruis. Hoe vaak hij ook riep, er kwam geen antwoord meer.
Die nacht lag Bram wakker, starend naar het plafond, terwijl buiten de wind nog steeds door de straten gierde. De portofoon stond naast zijn bed, zwijgend, als een stille getuige van iets dat eigenlijk niet mogelijk was geweest.
En diep vanbinnen wist hij: soms verbindt technologie mensen niet alleen door tijd en afstand… maar ook door leven en dood.