Financiële DAB+ strop dreigt voor lokale omroepen

Mochten de voorwaarden die aan een DAB+ vergunning voor commerciële lokale omroepen in stand blijven, dan dreigt er een financiële strop voor publieke lokale omroepen.
Financiële DAB+ strop dreigt voor lokale omroepen door vergunningseisen commerciële partijen

De voorwaarden bij de DAB+ vergunning voor kleine commerciële omroepen voor het uitzenden in de lokale frequentielaag 6 zijn nog niet definitief. Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft de voorwaarden gekoppeld aan de vergunning openbaar gemaakt en ter internetconsultatie aangeboden. Deze consultatie sluit later deze maand. Aan de hand van bezwaren en voorstellen worden de definitieve vergunningsvoorwaarden vastgesteld. Als op diverse punten geen wijziging komt, dreigen veel kleine commerciële omroepen die nu via een experimentele vergunning uitzenden af te haken.

Pijnpunten

Zo kunnen kleine commerciële omroepen wel voor meerdere uitzendrasters (allotments) vergunningen aanvragen, maar moet voor elk allotment een eigen programma gemaakt worden. Kleine commerciële omroepen wijzen erop dat een rendabele financiële huishouding alleen mogelijk is met een groter uitzendgebied waarbij het gelijke programma via meerdere allotments te beluisteren is. Het stuit hen tegen de borst dat alleen publieke lokale (streek)omroepen voor meerdere allotments een vergunning krijgen van de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) om met een gelijk of deels gelijk programma uit te mogen zenden. Ook hoeven publieke lokale omroepen geen 5000 euro borg voor iedere vergunning te overleggen; een voorwaarde die in de internetconsultatie wel een vereiste is. Ook de kosten van zenderexploitatie door een extreem hoge eis van 95 procent indoordekking stuiten veel kleine commerciële omroepen tegen de borst. Overigens is over dit percentage indoordekking nog onduidelijkheid. Bij een vergunning voor een publieke lokale omroep die door Totaal TV is ingezien, wordt namelijk over 75 procent gesproken.

Samenwerking

Publieke lokale omroepen krijgen voor de DAB+ distributie een subsidie. In de praktijk blijkt deze subsidie vaak te laag om de kosten voor aankoop van de benodigde DAB+ zenders en opstelpunten (antennes) aan te schaffen. Samenwerking met kleine commerciële omroepen is nodig om de aanschafkosten en toekomstige jaarlijkse onderhoudskosten te kunnen dekken. Mochten grotere commerciële omroepen interesse hebben om in een bepaalde allotment uit te zenden, dan kan dit voor publieke lokale omroepen dus tot een financieel risico gaan leiden. De verwachting is dat allotments rondom grotere steden nog goed gevuld gaan worden, maar dat allotments in minder druk bevolkte gebieden onaantrekkelijk zijn voor kleine commerciële omroepen. Omdat juist in deze gebieden meer DAB+ zenders en opstelpunten gebruikt moeten worden, kunnen publieke lokale omroepen die in de toekomst een DAB+ distributieverplichting hebben hierdoor financieel in de knel komen. Daarom is het ook voor publieke lokale omroepen belangrijk dat de vergunningsvoorwaarden voor kleine commerciële omroepen worden versoepeld.

Bekend met problemen

In een reactie laat de brancheorganisatie van publieke lokale omroepen stichting NLPO weten bekend te zijn met de bezwaren van kleine commerciële omroepen. “De zorgen van de lokale commerciële omroepen zijn bij ons bekend, als in dat wij deze hebben vernomen via onder meer Consultatie Regeling aanvraag- en veilingprocedure digitale radio-omroep DAB+ laag 6”, zegt projectleider Michael Wesselink van NLPO. Wesselink stelt dat hierover vanuit NLPO geen contact is met het ministerie van EZK of toezichthouder RDI. Hij verwijst naar de brancheorganisatie van kleine commerciële omroepen KRCO.

Kritisch

De KRCO uitte al eerder aan Totaal TV zorgen over de procedure en voorwaarden met betrekking tot de DAB+ uitzendvergunningen. Martijn Geerlings namens KRCO: “De KRCO heeft met verbazing kennis genomen van het feit dat de publieke lokale omroep vanaf midden december kon inschrijven op DAB+ laag 6. De huidige kavels worden veelal gebruikt door regionale commerciële omroepen omdat de publieke lokale omroepen het allemaal te duur vonden of niet interessant op een enkeling na. Juist door acties en rechtszaken door de KRCO en haar leden is er een experimentele DAB+ uitgifte geweest en nu zijn diezelfde KRCO omroepen in het ongewisse over hun DAB+ toekomst. De NLPO heeft inmiddels ‘middelen’ ontvangen van het ministerie van OCW verkregen – lees geld om dit te bekostigen – dus de kosten voor de publieke lokale omroepen zal de eerste periode nihil zijn. En weer staan de KRCO omroepen met lege handen.” Geerlings is ook duidelijk over de financiële condities waaronder omroepen verenigd in KRCO op dit moment en in de toekomst via de ether kunnen uitzenden. “Een FM frequentie voor relatief veel geld gezien de vermogens en de streek waarin men uitzendt. En de DAB+ heeft ook niemand voor hen betaald. Het voordeel dat de grote landelijke en niet landelijke omroepen hebben gehad hebben de zogenaamde KRCO omroepen dus nog nooit gehad en nu is tot op de dag van vandaag ook nog niet duidelijk of en wanneer de DAB+ inschrijving voor hen geopend gaat worden.”

Vreemd

In de nu uitgegeven DAB+ vergunningen van publieke lokale omroepen valt iets op: de vergunningen gaan op 1 september in voor een periode van zes jaar, dus tot 31 augustus 2030. Deze periode is opvallend, omdat de zendtijdtoewijzing voor publieke lokale omroepen voor vijf jaar geldig is. Verder is het aannemelijk dat een eventuele financiële strop voor publieke lokale omroepen door hogere kosten van zenderexploitatie door het mogelijk afhaken van commerciële partijen door de belastingbetaler opgevangen moet worden. Bij financiële nood van publieke omroepen springen vaak lokale, regionale of landelijke overheden bij met extra subsidies.

Bron: Jarco Kriek / TV Totaal
+